Heftrucks

Heftruck als arbeidsmiddel
Omdat een transportmiddel kan worden beschouwd als een arbeidsmiddel in het algemeen en een machine in het bijzonder, gelden ook voor transportmiddelen de algemene eisen die worden gesteld aan arbeidsmiddelen en/of machines (zie paragraaf 4.6). Er zijn echter enkele aanvullende bepalingen van kracht in afdeling 4 van hoofdstuk 7 van het Arbobesluit.

Opschriften en voorschriften
Op elk transportwerktuig (zoals een heftruck) moet op of direct nabij de bedieningsplaats minimaal de voor dat werktuig toegelaten maximale last zijn aangeduid. De nominale last is de maximaal toelaatbare totale last (bedrijfslast) die met het werktuig bij een bepaalde zwaartepuntafstand mag worden getransporteerd of gehesen, inclusief de last van de daarbij gebruikte hijsgereedschappen (zie NEN EN 1726). Dit is belangrijk omdat het kantelen van een werktuig ten gevolge van een te zware last een belangrijk gevaar is dat zich bij hefwerktuigen voordoet.

Minimaal 16 jaar
Gebruikers dan wel bestuurders van gemotoriseerde transportmiddelen moeten gezien de potentiële gevaren minimaal 16 jaar zijn. Voor 16- en 17-jarigen geldt dat zij naast voldoende geïnstrueerd ook onder deskundig toezicht moeten staan.

Opleiding
Verder moet elke gebruiker met de bediening van het transportmiddel en de aard van de werkzaamheden vertrouwd zijn en bekend met de bedieningsvoorschriften en het bedrijfsverkeersreglement. De werkgever is verplicht de betreffende werknemer grondig te (laten) instrueren. De wetgeving vereist hier een specifieke deskundigheid, waarbij de werkgever de inhoud en de uitvoering van deze deskundigheid zelf mag invullen, maar daarvoor ook verantwoordelijk wordt gesteld. In de praktijk betekent dit bijvoorbeeld dat wordt geadviseerd heftruckchauffeurs een opleiding te laten volgen die wordt afgesloten met een diploma of certificaat.

Regels rondom rijden
Bestuurders van heftrucks moeten altijd:

  • rijden met laaggeheven last of vorken, behalve tijdens het oppakken of neerzetten van de last;
  • in geval van rijden zonder last zijn de vorken afgeschermd met bijvoorbeeld een pallet;
  • achteruitrijden als de vorm of de omvang van de last het uitzicht naar voren belemmert;
  • alleen achteruitrijden in onoverzichtelijke situaties;
  • met belading vooruit tegen een helling oprijden en achteruit van de helling afrijden;
  • voorkomen dat op een helling moet worden gekeerd;
  • voldoende afstand tot andere transportmiddelen bewaren en
  • het voertuig pas verlaten nadat is voorkomen dat het onverhoeds in beweging kan komen.

Meerijden
Het meerijden van werknemers op gemotoriseerde transportmiddelen is slechts toegestaan op speciaal daarvoor ingerichte, veilige zit- of staanplaatsen.

NEN Norm
Voor gemotoriseerde transportwerktuigen geldt NEN-EN 1726: „Veiligheid van machines; gemotoriseerde transportwerktuigen met een hefvermogen tot en met 10.000 kg en trekkers met een trekkracht tot en met 20.000 N”

  • Deel 1: Algemene voorschriften
  • Deel 2: Aanvullende eisen voor heftrucks met meestijgende werkplek en heftrucks die zijn ontworpen om te rijden met hooggeheven last

Print dit artikel