Beschrijving van het risico

Vormen van fysieke belasting
Tillen wordt gedefinieerd als een handeling waarbij een object met de hand(en) wordt beetgepakt en vervolgens zonder mechanische hulpmiddelen wordt verplaatst, zonder dat de taakuitvoerder zich lopend verplaatst.

Dragen wordt gedefinieerd als een handeling waarbij een object met de hand(en) wordt vastgehouden en zonder mechanische hulpmiddelen in horizontale richting wordt verplaatst.

Duwen en trekken is het uitoefenen van een (hand)kracht door een persoon op een object, waarbij de grootste component van de resultante kracht horizontaal is gericht. Bij duwen is deze kracht van het lichaam af gericht, terwijl deze bij trekken juist naar het lichaam toe is gericht

Er wordt onderscheid gemaakt tussen:

  • duwen en trekken van lasten tijdens het lopen, zoals bij het verplaatsen van rolcontainers, rolstoelen of palletwagens en
  • duwen en trekken vanuit stilstand, zoals het bedienen van hendels.

Het onderscheid tussen het duwen en trekken vanuit stilstand of tijdens het lopen is een essentieel onderdeel van de inventarisatie van de problematiek.

Risico’s van fysieke belasting
Een hoge fysieke belasting in het werk is een belangrijke oorzaak voor het ontstaan van aandoeningen van het bewegingsapparaat, zoals aandoeningen van de rug en schouders.

In 2006 waren aandoeningen van het bewegingsapparaat evenals voorgaande jaren de meest gemelde beroepsziekten: 39% van het totaal aantal meldingen in Nederland geregistreerd bij het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten (zie www.beroepsziekten.nl).

De meldingen zijn als volgt over de lichaamsregio’s verdeeld:

  • 53%: bovenste ledematen (schouder, arm, elleboog, pols, hand en nek),
  • 26%: rug en
  • 7%: onderste ledematen (heup, benen, knieën, enkel en voet).
  • 14 % betreft een combinatie van regio’s.

Belang van fysieke belasting als risicofactor
De indruk dat door automatisering en mechanisering het zware handmatige werk de laatste jaren verdwijnt, lijkt niet te worden bevestigd door cijfers. Al jaren is het aandeel werkenden dat in Nederland regelmatig kracht gebruikt stabiel en rond de 23 procent.
Twee van de tien werkenden gaven in 2004 aan regelmatig zwaar lichamelijk werk te doen. Ook dit aandeel is al jaren nagenoeg stabiel.
Meer mannen (drie op de tien) dan vrouwen (twee op de tien) gebruiken regelmatig kracht tijdens hun werkzaamheden. (bron: Nederlands centrum voor beroepsziekten)
 

Print dit artikel